Kinderen hebben vaak angsten. Dat hoort bij de normale ontwikkeling. Het ene kind is sneller bang dan het andere. Dat heeft te maken met persoonlijke eigenschappen en ervaringen van het kind.

Soms roepen bepaalde situaties zoveel angst op bij een kind dat het dagelijks leven erdoor verstoord raakt. Wat kun je dan als ouder doen om je kind te helpen? En wanneer is het tijd om hulp te zoeken?

Hoe reageer ik als ouder op de angst van mijn kind?

  • Neem de angst van je kind serieus.
  • Praat erover met je kind. Laat weten dat je wilt helpen.
  • Moedig je kind aan om dingen te doen die het eng vindt. Maar voorkom ook dat je je kind ergens toe dwingt. Dan loop je het risico dat je kind ook bang van jou wordt.
  • Doe zelf ook dingen die je spannend vindt.
  • Probeer de oorzaak van de angst te achterhalen door er met je kind over te praten. Benoem wat je ziet. Zeg bijvoorbeeld bij het oversteken van een drukke straat: ‘Ik zie dat je dit erg spannend vindt en dat begrijp ik heel goed want er zijn hier veel auto’s’.
  • Geef je kind de ruimte om zelf dingen te ontdekken.
  • Geef je kind een compliment als het de angst overwint. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik vind het erg knap van je dat je dit tóch gedaan hebt’.
  • Zorg ervoor dat je kind een goed dagritme met rust en regelmaat heeft, gezond eet en voldoende slaapt.
  • Schep thuis een veilige omgeving met aandacht voor elkaar.

Wanneer zoek je hulp?

Maak je je veel zorgen over de angst van je kind? En heeft die angst invloed op het dagelijks leven van je kind en je gezin? Is je kind bijvoorbeeld angstig in meerdere situaties en wil het niet meer naar school of met vrienden spelen? Kan je gezin door de angst van je kind bepaalde activiteiten niet meer doen? Of blijft de angst bestaan terwijl de oorzaak al een tijdje weg is? Dan is het tijd om hulp te zoeken.