Week tegen pesten #mijnverhaal
Hoe kan ik de week tegen pesten beter beginnen dan mijn eigen verhaal even neer te schrijven.
Nu ik zelf mama ben, wil ik mijn kinderen beschermen tegen pesterijen, assertief maken en hen stevig in hun schoenen leren staan. Maar ik besef dat ook mijn ouders dit wilden voor mij en er alles aan gedaan hebben om te ‘voorkomen’ dat ik gepest werd.
En dat is het hem nu net. Je kan het niet voorkomen. Het OVERKOMT jou. Soms zomaar, zonder dat je het verwacht.
Zo ging het ook bij mij, op mijn 13de, op het Chirokamp. Je kent het misschien wel, meisjes onder elkaar. Ik zeg het nu vaak tegen mijn vriendinnen: “Meisjes kunnen echt hard zijn voor elkaar!” En dat is ook écht zo. Zeker wanneer er jongens in het spel komen, is jaloezie iets vies. En het zet aan tot soms lelijk gedrag. En naïef zoals ik was op die leeftijd, was er voor mij geen vuiltje aan de lucht.
“Zou je niet al mee naar huis gaan? Dan kunnen we vroeger op vakantie vertrekken. “ zeiden mijn ouders tijdens de bezoekdag. “Nee hoor, het is hier kei tof! Ik heb een lief, ik blijf nog graag voor de twee-daagse.” Wat heb ik dat moment dikwijls terug opnieuw beleefd in mijn gedachten. Kwaad op mezelf dat ik de ‘verkeerde’ keuze gemaakt had. Wat had ik vaak de tijd willen terugdraaien naar dát moment. Dan was ik meteen de auto ingestapt, naar Spanje gereden en had mijn leven er helemaal anders uit gezien. 1 Jongen, 1 kus, 1 vriendin en 1 nacht. Meer was er niet nodig om mij te veranderen van een assertieve, sociale, vrolijke, speelse meid in een angstig, eenzaam, verdrietig, klein meisje.
De twee volgende dagen heb ik proberen uit mijn geheugen te bannen. Maar ik herinner ze me nog alsof het gisteren was. En het enige wat ik toen kon denken was: “Wat is er gebeurd? Waarom doen ze zo tegen mij? Wat heb ik verkeerd gedaan? Het is mijn schuld!” Ik schaamde mij, ik werd gepest. Dit kon ik thuis toch niet vertellen. Mijn ouders zouden boos worden, naar de leiding gaan of erger nog de kinderen aanspreken. Dus besloot ik te zwijgen. “Het was leuk geweest op kamp!”
Zelfs na de vakantie ging ik gewoon terug naar de Chiro, hopende dat de anderen het zouden vergeten. Maar niets was minder waar, het begon gewoon opnieuw. En erger nog, het zette zich verder op school. Kinderen die niets wisten van mij of het kamp of die ene vriendin, begonnen me plots uit te schelden, uit te sluiten, dingen naar me te gooien. De eenzaamheid nam toe en de vrolijkheid maakte plaats voor verdriet, boosheid, soms zelfs woede.
En ik begon me anders te gedragen, zette stekels op naar alles en iedereen en trok een muur op rondom mij. Als ze mij zo noemen, zal het zo wel zijn en kan ik me er beter ook maar naar gedragen. Misschien gaat het dan vanzelf wel weg. Maar dat was niet wat er gebeurde.
Iedere dag reed ik alleen naar school en weer naar huis, ik vertrok veel vroeger of net later. En mijn ouders, die hadden niets in de gaten. Op zondag kreeg ik “buikpijn”, werd ik plots zó ziek dat ik niet naar de Chiro kon, oepsie.
Tot de dag dat mijn zus gepest werd, gewoon omdat ze MIJN zus was. Zij kon dit niet laten gebeuren. Zij was op dat moment mijn enige vriendin en zij nam het voor mij op. Ze vertelde het aan onze ouders en toen viel er een last van mijn schouders. Ik moest NOOIT meer naar de Chiro, oef!
Na een jaar van pesterijen, kwam er terug een beetje hoop, een nieuwe school. Alleen waren daar ook meisjes van mijn dorp, die op mijn nieuwe school ook vanalles over mij konden vertellen. Gelukkig leerde ik er ook andere kinderen kennen en werd mijn muurtje stilaan afgebroken door enkele leuke vriendinnen. Toch bleef ik altijd wel op mijn hoede en liet ik nooit iemand volledig toe. Ik liet me niet meer kwetsen, erger nog, ik was degene die anderen kwetste.
Ik was veranderd, niet meer wie ik was en niet wie ik wou zijn, maar ik kon niet anders. Er zat zoveel boosheid in mij. Die kwam er thuis uit, tegen mijn ouders, mijn zus. En nadien kwam er spijt, verdriet, frustratie. Hen wou ik niet kwetsen!
Mijn schoolprestaties namen een duik! Ik kon mij niet concentreren. Altijd was ik bezig met alles te overdenken. Piekeren, daar was ik de beste in. Het was mijn talent. Het positieve maakte plaats voor negatieve gedachten over mezelf, de anderen, de wereld. Mijn zelfvertrouwen was weg alsook het vertrouwen in anderen. Dus mijn muurtje trok ik weer op. Op alle mogelijke manieren probeerde ik ‘erbij te horen’. Maar ik heb me nooit echt een deel van gevoeld.
Ik was nochtans een slim kind, maar ik wou weg! Weg van die school, weg van pestkoppen, weg van alles en iedereen! En dat lukte mij. Als je niet goed studeert, kreeg je een B-attest en moest je afzakken of blijven zitten. Ik weet nog goed dat ik tijdens dat oudercontact (in het 4de middelbaar intussen) recht sprong van mijn stoel en een vreugdedansje deed. De leerkracht wist niet wat ze zag. Ze herhaalde nog eens: “Stefanie, je hebt een B-attest hé.” Maar voor mij kon het niet beter! Yes, een nieuwe school en liefst één zo ver mogelijk van hier en van mijn dorp.
De laatste twee jaren van mijn middelbare school gingen met ups en downs. Er was niemand die mij met mijn verleden kon confronteren, dus dat was positief. Ik maakte wel nieuwe vriendinnen, maar het bleef vooral bij oppervlakkige contacten. Ik liet het niet meer toe om zelf gepest te worden, dus werd ik zelf een ‘bitch’ zoals ze dat zeggen onder de jeugd. Zeker in een klas tussen allemaal meisjes. Ik wou erbij horen, dus ik paste mij aan. Plots droeg ik andere kledij, deed ik make-up op, rookte ik en bleef ik regelmatig gewoon thuis van school.
Als ik toen mijn huidige man niet had leren kennen, was ik waarschijnlijk niet goed terecht gekomen. Ik weet het niet. Het is natuurlijk maar een wat als… gedachte. Hij hield me wel op het rechte pad, dus dat heb ik wel aan hem te danken.
Zo eindigde mijn ‘pestverhaal’, of althans dat dacht ik toch. Ik werd alvast niet meer gepest. Géén lelijke woorden die me konden raken, géén voorwerpen naar mijn hoofd, géén eenzaamheid meer. Ik kon terug plezier maken. Maar toch, ik was niet meer wie ik was of wie ik wilde zijn. Wie was ik eigenlijk? Geen idee! Wie was Stefanie?
De jaren die volgden, geraakte ik vaak terug in dezelfde patronen. Sociale faalangst was wat ik had. Moeite om nieuwe contacten te maken, alles doen voor anderen, mezelf wegcijferen, erbij willen horen koste wat kost. En ik stortte me op mijn werk en mijn gezin. Zorgen voor de anderen was mijn prioriteit. Ik werd een echte pleaser!
Het is pas op mijn 32ste, na een burn-out, dat ik hulp zocht. In eerste instantie gewoon om mijn leven terug op de rails te krijgen. Al snel bleek dat ik nog met heel wat wonden zat. Die moest ik eerst helen om dan aan de toekomst te kunnen werken. Ik wist niet wat voor een impact die ene jongen, die ene kus, die ene vriendin en die ene nacht nog hadden op mijn leven. Ik was intussen een volwassen vrouw, was getrouwd, had twee kinderen en een vaste job in het onderwijs. En toch was ik niet blij met mij, met mijn leven! Alles had ik om gelukkig te zijn, maar toch was ik dat niet. Nee, want ik was niet wie ik wou zijn. Ik was mezelf kwijtgeraakt en die moest ik eerst terugvinden.
Ik ben heel dankbaar voor de hulp die ik kreeg! Ook al kwam die pas op mijn 32ste. 😊
Mijn ouders hebben zich vaak schuldig gevoeld omdat ze niet eerder hulp hadden gezocht of me gedwongen hadden om erover te praten met iemand. Het is niet hun schuld, ook niet de mijne. Niemand treft schuld! Maar ik weet wel dat gepest worden je echt kan kraken! Ik ben er nu zelf heel waakzaam voor als mama. Maar dat is jammer genoeg geen garantie dat het mijn kinderen niet kan overkomen.
We praten veel thuis, ik ben zelf ook heel open en eerlijk over mijn gedachten en gevoelens. Ik hoop dat mijn kinderen weten dat ze me alles kunnen vertellen en dat ik altijd samen met hen zal zoeken naar wat zij op dit moment nodig hebben. Meer kan je als ouder niet doen, denk ik.
Oef, aan alle verhalen komt een einde. Ik ben blij dat ik ‘mijn verhaal’ eens heb neergeschreven.
En zelfs zonder huilen, dus dat is ook al een hele stap 😊
